Stay on track

Stay on track

MOVING YOU FORWARD

Nieuwsbrief

Terug naar overzicht

Startschot voor het nieuwe Vlaamse onteigeningsdecreet

Gepubliceerd op 24/05/2017

Op 15 februari 2017 werd het Vlaamse Onteigeningsdecreet goedgekeurd. Met de zesde staatshervorming werd de bevoegdheid inzake onteigeningen overgedragen naar de gewesten. Het Vlaamse Gewest heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt om de diverse en verouderde wetgeving uit 1835, 1870, 1926 en 1962 te moderniseren. Het nieuwe decreet vervangt deze verschillende wetten en voorziet één procedure voor alle onteigeningen binnen het Vlaamse Gewest. Daarbij moet de regeldruk verminderen en zou de eengemaakte procedure sneller en eenvoudiger moeten worden. De federale onteigeningswetten zullen op het Vlaamse grondgebied alleen nog van toepassing zijn op onteigeningen die uitgaan van de federale overheid.


Nieuwe accenten in het onteigeningsdecreet

Het decreet bevat verschillende nieuwigheden: de mogelijkheid tot zelfrealisatie, de gedwongen aankoop wanneer er afgezien wordt van onteigening, de invoering van een geïntegreerde procedure bij samenloop met andere ruimtelijke planningsprocedures, en de uitbreiding van de bevoegdheden van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

Ook een aantal nieuwe verplichtingen doen hierbij hun intrede: zo is een openbaar onderzoek verplicht bij onteigening en is het voeren van onderhandelingen met de te onteigenen eigenaars een verplicht onderdeel in de procedure.

De bestuurlijke en gerechtelijke fase van de onteigening worden ook verder op elkaar afgestemd. De onteigeningsbesluiten kunnen rechtstreeks worden aangevochten bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, waarbij de Raad van State zal optreden als cassatierechter. Verder is er één gerechtelijke procedure voor de vrederechter, waarbij eerst de wettigheid van de onteigening wordt beoordeeld, gevolgd door een beoordeling van de onteigeningsvergoeding. Van zodra de gerechtelijke procedure wordt opgestart bij de vrederechter, zal de Raad voor Vergunningsbetwistingen zich onbevoegd verklaren.

Verder wordt de bestaande regeling voor wederoverdracht aangepakt en is er een specifieke regeling uitgewerkt voor de gedwongen overname van een deel van het onroerend goed dat niet onteigend werd.

Wie kan er onteigenen?

De volgende overheden kunnen onteigenen op basis van het Vlaamse onteigeningsdecreet: De Vlaamse regering, het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel (VGC), de verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de gemeenten, de provincies, de OCMW's, de polderbesturen, de ruilverkavelingscomités, de sociale huisvestingsmaatschappijen, het Gemeenschapsonderwijs, de netbeheerders, de drinkwatermaatschappijen, de havenbedrijven en diverse bij naam genoemde rechtspersonen (Aquafin, Maatschappij Linkeroever, Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel,...).

De gemeenten en provincies krijgen dus een algemene onteigeningsbevoegdheid. Zij hebben geen machtiging meer nodig van de hogere overheid. De andere instanties hebben wel nog een machtiging nodig vooraleer zij de bestuurlijke fase kunnen afsluiten met een definitief onteigeningsbesluit en een de gerechtelijke fase kunnen opstarten.

De gemeenteraad verleent die machtiging aan de OCMW's, de autonome gemeentebedrijven, de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de samenwerkingsverbanden tussen OCMW's. De provincieraad verleent die machtiging aan de autonome provinciebedrijven en de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen.

Inwerkingtreding

Het decreet is op 25 april 2017 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De Vlaamse Regering zal de datum van inwerkingtreding van het decreet bepalen nadat de nodige uitvoeringsbesluiten zullen zijn opgesteld, onder meer met betrekking tot de machtigingsprocedure, de organisatie van het openbaar onderzoek en het verzoek tot zelfrealisatie.