Stay on track

Stay on track

MOVING YOU FORWARD

Nieuwsbrief

Terug naar overzicht

FUNDING LOSS: HET TEVEEL ACHTERAF NOG TERUGVORDEREN?

Gepubliceerd op 04/11/2022

De vraag luidt of de kredietnemer, na verloop van enkele maanden of jaren, nog protest kan aantekenen bij de bank én het te veel betaalde bedrag alsnog kan terugvorderen. 


Situering

Ondernemingen zijn vaak genoodzaakt om een krediet af te sluiten bij een bank, om bijvoorbeeld een onroerend goed aan te kopen of te verbouwen. Na verloop van tijd kan het echter voorvallen dat de onderneming het krediet wenst vervroegd terug te betalen en/of het krediet wenst te herfinancieren bij een andere bank tegen betere voorwaarden. 

Wanneer het verzoek tot vervroegde terugbetaling wordt goedgekeurd, zal de bank een afrekening bezorgen. De banken rekenen bij de afrekening vaak een wederbeleggingsvergoeding aan, om de interesten die de banken (vermeend) mislopen te vergoeden. Vaak vraagt de bank echter een te hoge wederbeleggingsvergoeding, waarbij ze geen rekening houden met de wettelijke begrenzing van de wederbeleggingsvergoeding, die is bepaald op zes maanden interest. (artikel 1907bis BW). 

Bij onwetendheid gaat de kredietnemer gewoon over tot betaling zonder enig voorbehoud en zonder zich de vooropgestelde wederbeleggingsvergoeding in vraag te stellen. 

Mogelijks komt de kredietnemer dan pas jaren later te weten dat het betaalde bedrag veel te veel bedroeg.

Opheldering dankzij het Arrest van Hof van Beroep te Antwerpen (21 april 2021) 

In die zin heeft het Hof van Beroep te Antwerpen op 21 april 2021 een belangrijke beslissing geveld die meer duidelijkheid geeft. 

De feiten speelden zich in het arrest als volgt af. De kredietnemer had een verzoek tot vervroegde terugbetaling ingediend in 2009 en vervolgens een afrekening gekregen met een te hoge wederbeleggingsvergoeding. Deze was dus niet beperkt tot zes maanden interest. De kredietnemer gaat vervolgens, uit onwetendheid, zonder enig voorbehoud over tot gehele betaling. 

Acht jaar later neemt de kredietnemer er kennis van dat hij in feite een veel te hoog bedrag heeft betaald. Hij schrijft hierop de bank aan en stelt dat de wederbeleggingsvergoeding te hoog was, aangezien deze veel meer was dan zes maanden interest zoals opgenomen in art. 1907bis BW. Het komt uiteindelijk tot een gerechtelijke procedure. 

De bank argumenteert uitgebreid dat er sprake is van een verzaking van zijn recht om zich te beroepen op de wettelijke beperking van zes maanden. Ze stelt dat de vrijwillige, voortijdige en volledige terugbetaling, samen met de gevorderde wederbeleggingsvergoeding, het bewijs vormt van zijn akkoord met de hoge wederbeleggingsvergoeding. 

Het Hof van Beroep te Antwerpen oordeelt echter dat de kredietnemer wel degelijk het te veel betaalde bedrag nog kan terugvorderen ondanks het verstrijken van acht jaar. Dit gelet op de feitelijkheden en gezien de kredietnemer aantoont dat hij pas acht jaar na terugbetaling een artikel las in ‘De Tijd’ over de funding loss problematiek en vanaf dan pas op de hoogte was van zijn rechten.

Besluit: terugvordering na voorbehoudloze terugbetaling krediet is mogelijk 

Uit dit Arrest volgt dus dat wanneer kredietnemers vrijwillig en zonder voorbehoud het kredietn, inclusief de veel te hoge aangerekende wederbeleggingsvergoeding, terugbetalen, dit niet automatisch tot gevolg heeft dat jaren later de te hoge wederbeleggingsvergoeding niet meer kan worden teruggevorderd. 

Deze rechtspraak van het Hof van Beroep geeft dus nog extra duiding bij de funding loss problematiek, maar deze is zeker nog niet ten einde.