Stay on track

Stay on track

MOVING YOU FORWARD

Nieuwsbrief

Terug naar overzicht

Arbeidsrechtbank erkent de weigering om een mondmasker te dragen als dringende reden

Gepubliceerd op 11/12/2020

De gezondheidscrisis geeft aanleiding tot nieuwe discussies in de rechtspraak over ontslag wegens dringende reden. Zo diende de arbeidsrechtbank Antwerpen, afdeling Hasselt te oordelen over een ontslag wegens dringende reden van een beschermde werknemer wegens het aanbrengen van schade aan bedrijfsgoederen en het herhaaldelijk weigeren van het dragen van een mondmasker.


De feiten spelen zich af in een vleesverwerkend bedrijf waar de werknemers verplicht zijn een mondmasker te dragen omdat de veiligheidsafstand moeilijk bewaard kan worden. Een werknemer, die werd voorgedragen als kandidaat-personeelsafgevaardigde voor het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW), beschadigt bedrijfsgoederen en weigert meermaals de mondmaskerverplichting na te leven. 

De arbeidsrechtbank oordeelt dat zowel de ernstige beschadiging van bedrijfsgoederen alsook de weigering om een mondmasker te dragen een dringende reden uitmaken. In de beoordeling van dit laatste, houdt de rechter onder meer rekening met het feit dat de werkgever actief is binnen de voedingssector waardoor strenge hygiëne- en veiligheidsvoorschriften gerechtvaardigd zijn. Deze zijn ingegeven ter bescherming van de werknemers en de consument. Bovendien zijn de toepasselijke veiligheids- en hygiënevoorschriften ook opgenomen in het arbeidsreglement. Dat de werknemer kandidaat-werknemersafgevaardigde is voor het CPBW is ook van belang. Door het weigeren een mondmasker te dragen, stelt de werknemer de andere werknemers bloot aan een besmettingsrisico. Dit gedrag is onacceptabel voor een werknemer die kandidaat is voor het CPBW.

Afleiden uit het vonnis dat het niet naleven van de mondmaskerplicht steeds een dringende reden uitmaakt, is echter te kort door de bocht.

De omstandigheden waarin de weigering zich afspeelt zijn van cruciaal belang. Zo doet de werkgever er goed aan om duidelijk regels uit te vaardigen m.b.t. het dragen van een mondmasker. Bij een weigering om een mondmasker te dragen is het als werkgever aangeraden om met de werknemer in gesprek te gaan en hem hiervoor formeel in gebreke stellen. Dit gelet op het feit dat het bewijs van de tekortkoming ten allen tijde van belang blijft. In voorkomend geval slaagt de werkgever er in om aan de hand van getuigenverklaringen en intern mailverkeer de herhaaldelijke weigering aan te tonen.

Blijft de werknemer ondanks meerdere waarschuwingen de mondmaskerplicht aan zijn laars lappen, dan is de slaagkans van een ontslag om dringende reden des te groter. Door dit gedrag brengt de betrokken werknemer de gezondheid van zijn collega's in het gedrang.

Valerie Demasure, advocaat