Stay on track

Stay on track

MOVING YOU FORWARD

Nieuwsbrief

Terug naar overzicht

Afpaling (minnelijk of gerechtelijk) onder het nieuw Burgerlijk Wetboek

Gepubliceerd op 22/12/2021

Boek 3 "Goederen" van het nieuw Burgerlijk Wetboek (BW) is in werking getreden op 1 september 2021. Dit brengt een aantal lichte wijzigingen mee met betrekking tot de werkwijze van afpaling, voorheen geregeld in artikel 646 Oud Burgerlijk Wetboek en onder het huidig recht in artikel 3.61 BW.


Wat is afpaling? Wat is het verschil met afsluiten of uitpalen?

Afpaling is de rechtshandeling die ertoe dient de scheidingslijn tussen twee eigendommen te bepalen en met behulp van uitwendige tekens aan te duiden.

Hiervoor wordt vaak gewerkt met grensstenen of - palen ("uitpalen"). Afpaling mag evenwel niet verward worden met een afsluiting.

Afpaling heeft tot louter doel om de grens tussen twee erven te bepalen, en niet tot het afsluiten van een perceel. Dit kan nuttig zijn onder meer in de gevallen wanneer de aanpalende eigenaars niet precies weten waar de scheidingslijn zich bevindt of indien men een nieuwe afsluiting wenst te plaatsen op de perceelgrens.

Zo kunnen eventuele burenruzies opgelost worden of vermeden worden.  
 
Partijen kunnen overgaan tot  een minnelijke afpaling. Indien partijen geen akkoord kunnen vinden met betrekking tot de minnelijke afpaling, kan er worden overgegaan tot een gerechtelijke afpaling.

Bespreking wijzigingen. Hoe ga ik te werk?

Vooreerst: oude en nieuwe wettekst 

De oude bepaling luidt als volgt: "Ieder eigenaar kan zijn nabuur verplichten tot het afpalen van hun aan elkaar grenzende eigendommen. De afpaling geschiedt op gemene kosten." (art. 646 oud BW) 

Dit wordt gewijzigd in een extensievere wettekst:  

"[...]  § 3. Iedere eigenaar of, voor de duurtijd van zijn recht en met tussenkomst van de eigenaar, zakelijk gerechtigde kan de eigenaar van het aanpalende perceel verplichten om tot afpaling tussen de percelen over te gaan. De afpaling kan minnelijk gebeuren, waarbij de grenslijn wordt vastgesteld in een authentieke akte die in de registers van het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie wordt overgeschreven, en door uitwendige tekens op de percelen wordt aangegeven.  
§ 4. Indien er geen akkoord is bereikt binnen drie maanden nadat bij aangetekende zending een uitnodiging tot minnelijke afpaling is verstuurd, kan de afpaling door de meest gerede partij in rechte worden gevorderd, bij tegensprekelijk verzoekschrift. Het vonnis wordt, op verzoek van de meest gerede partij, overgeschreven in de registers van het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie overeenkomstig artikel 3.30, § 1, 1°. 
§ 5. De eigenaars dragen in alle kosten van afpaling voor gelijke delen bij, zonder afbreuk te doen aan de toepassing van de regels inzake buitencontractuele aansprakelijkheid. 
[...]
" (artikel 3.61 BW) 

Iedere eigenaar of zakelijk gerechtigde en met tussenkomst van de eigenaar 

Een eerste wijziging die opvalt is de uitbreiding van "iedere eigenaar" naar "iedere eigenaar of zakelijk gerechtigde". In de praktijk is dit enkel een codificering van een bepaalde strekking in de rechtspraak en rechtsleer. De rechtsleer en rechtspraak aanvaardde namelijk dat ook zakelijk gerechtigden een buur konden verplichten tot afpaling. Er heerste enkel discussie met betrekking tot welke zakelijke gebruiksrechten zich dit precies uitstrekte. De wetgever heeft nu geopteerd voor de meest ruime visie en stelt dat alle zakelijke gerechtigden een buur kunnen verplichten tot afpaling.   
 
Bovendien stelt de wetgever uitdrukkelijk dat dit dient te gebeuren "met tussenkomst van de eigenaar". De zakelijk gerechtigde wordt bijgevolg verplicht om de (blote) eigenaar te betrekken bij de afpaling, hoewel er geen verplichting rust op de (blote) eigenaar om daadwerkelijk tussen te komen bij de afpaling. In het geval de (blote) eigenaar zijn medewerking weigert, kan het nog steeds nuttig zijn voor die zakelijk gerechtigde om een afpaling uit te voeren die louter uitwerking vindt tussen hem en de gebuur. Het weze dus aangewezen om in de authentieke akte van afpaling te voorzien of de afpaling slechts tegenstelbaar is aan de (blote) eigenaar voor de duur van het zakelijk recht, dan wel alsook daarna.

Voorafgaandelijke minnelijke poging vereist - oas dan gerechtelijke afpaling mogelijk

Onder de oude wetgeving was het niet verplicht om eerst te pogen een minnelijke afpaling te bekomen. Nu moet een zakelijke gerechtigde zijn gebuur eerst uitnodigen tot een minnelijke afpaling. Er wordt dus voorrang gegeven aan de minnelijke afpaling.  
De wetgever heeft er echter voor gekozen om een termijn te hanteren van drie maanden na verzending van de aangetekende brief met betrekking tot de uitnodiging van minnelijke afpaling Enkel in het geval dat de partijen geen akkoord treffen binnen deze termijn, kan de meest gerede partij een vordering instellen voor de vrederechter bij tegensprekelijk verzoekschrift.

Vereiste documenten - onderhands is niet meer voldoende overschrijving op het hypotheekkantoor 

Tevens vereist de nieuwe wet nu een authentieke akte bij een minnelijke afpaling om geen discussie te laten bestaan over de inhoud en de draadwijdte ervan. Bij een gerechtelijke afpaling neemt het vonnis de plaats in van de authentieke akte. Beide moeten worden overgeschreven op het kantoor Rechtszekerheid (voorheen gekend als Hypotheekkantoor).  
 
De modaliteiten van afpaling werden voorheen geregeld door de artikelen 38 en 39 van het Veldwetboek. Beide bepalingen zijn evenwel opgeven sinds 01 september 2021.  
 
Artikel 38 Veldwetboek stelde dat "de afpaling moet blijken uit een proces-verbaal en een plan, die in twee genummerde exemplaren door partijen ondertekend worden en in hun bezit blijven om hun tot titel te dienen." Deze bepaling werd niet hernomen met de invoering van boek 3 BW, waardoor dit niet langer een vereiste is. Een plan van afpaling zal echter nog steeds nodig zijn om te hechten aan de authentieke akte. 
 
Artikel 39 Veldwetboek voorzag dat de vrederechter een deskundige kon aanstellen om het proces-verbaal van plaatsopneming te ondertekenen in plaats van de onwillige eigenaar. Dit is geschrapt maar brengt geen noemenswaardige verschillen met zich mee aangezien dit slechts een mogelijkheid voor de rechter betrof en geen verplichting.

Kosten van de afpaling - elk de helft 

Betreffende de kosten van afpaling bepaalt artikel 3.61 §5 BW dat de eigenaars in gelijke delen bij dragen in alle kosten van de afpaling. Dit stemt overeen met de oude bepaling.

Samenvattend

De nieuwe wetgeving voorziet in een aantal extra in acht te nemen formaliteiten, waar rekening zal moeten mee gehouden worden. Men voorziet een concretere wettelijk in acht te nemen werkwijze.

Stefaan Desrumaux, advocaat