Stay on track

Stay on track

Moving you forward

Newsletter

Back to overview

Grondwettelijk Hof vernietigt vereiste van deelname aan openbaar onderzoek om beroep aan te tekenen

Published on 16/03/2019

Voortaan is het beroep van derden in een administratieve beroepsprocedure tegen een omgevingsvergunning steeds ontvankelijk, zelfs als de betrokken derde geen gemotiveerd standpunt, opmerking of bezwaar heeft ingediend tijdens het openbaar onderzoek m.b.t. aanvraag voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor het college van burgemeester en schepenen.


Het Grondwettelijk Hof heeft op 14 maart 2019 in haar arrest nr. 46/2019 de artikelen 133 en 151 van het decreet van 8 december 2017 (gekend als de "Codextrein") vernietigd.

De vernietigde artikelen wijzigden de artikelen 53, eerste lid, 2° en tweede lid en 105, §2, eerste lid, 2° en derde lid van het Omgevingsvergunningsdecreet.

Volgens deze bepalingen kan beroep worden ingesteld door het betrokken publiek (lees: derden), in zoverre het betrokken publiek tijdens de eerste administratieve aanleg overeenkomstig de gewone vergunningsprocedure tijdens het openbaar onderzoek een gemotiveerd standpunt, opmerking of bezwaar heeft ingediend, behalve onder enkele welbepaalde omstandigheden.

Dit had voor gevolg dat belanghebbende derden in beginsel enkel toegang kregen tot respectievelijk de administratieve beroepsprocedure en het beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen in zoverre zij deel hebben genomen aan het openbaar onderzoek.

Indien zij niet hadden deelgenomen aan het openbaar onderzoek, dan was een later beroep tegen een vergunningsbeslissing niet ontvankelijk.

Het Grondwettelijk Hof heeft nu evenwel geoordeeld dat deze ontvankelijkheidsvoorwaarde in strijd is met het recht tot toegang tot de rechter.

"De door de artikelen ingevoerde beperkingen waarborgen evenmin de toegang tot de administratieve rechtsprocedure voor derden, die pas in het kader van de bekendmaking van de vergunningsbeslissing kennis krijgen van de schending van de rechtsregels of algemene rechtsbeginselen, die voor hen nadelige gevolgen kan hebben en dit tot de vernietiging van de beslissing kan leiden."

De door de artikelen ingevoerde beperkingen op dit grondwettelijk recht zijn volgens het Hof niet evenredig met de nagestreefde doelstelling om de procedures te stroomlijnen en sneller rechtszekerheid te bekomen.

Het Grondwettelijk Hof heeft dan ook besloten de betreffende wetsartikelen te vernietigen als een schending van de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, hetgeen betekent dat zij moeten worden geacht nooit te hebben bestaan.

Het arrest zelf kan u hier downloaden.

Carl Vereecke