De Europese Unie heeft met een aantal derde landen internationale overeenkomsten gesloten, zoals de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten binnen de Wereldhandelsorganisatie (Government procurement Agreement of GPA).
Volgens de Europese richtlijnen inzake overheidsopdrachten mogen aanbestedende diensten binnen de EU ondernemers uit derde landen die partij zijn bij zo’n overeenkomst niet ongunstiger behandelen dan ondernemers uit de EU. Ondernemers uit deze landen (bv. Australië, Japan, Israël, Canada, de Verenigde Staten, …) kunnen zich dus beroepen op de bepalingen van deze Europese richtlijnen.
Ondernemers uit derde landen die géén dergelijke overeenkomst met de EU hebben, zoals bijvoorbeeld Rusland en China, kunnen daarentegen niet afdwingen dat zij gelijk moeten worden behandeld als inschrijvers uit lidstaten van de EU of uit landen die wel door zo’n overeenkomst zijn gebonden. Zij kunnen zich evenmin rechtstreeks beroepen op de relevante richtlijnen om een gunningsbesluit aan te vechten.
Recente rechtspraak
Recente arresten van het Hof van Justitie (22 oktober 2024, C-652/22, en 13 maart 2025, C-266/22) bevestigen bovenvermelde principes: ondernemingen uit derde landen zonder toepasselijke internationale overeenkomst hebben geen gewaarborgde toegang tot EU-aanbestedingen en genieten, in voorkomend geval, een beperktere rechtsbescherming.
De beslissing tot al dan niet toelating van de ondernemers uit derde landen zonder toepasselijke internationale overeenkomst, ligt dus volledig bij de desbetreffende aanbestedende overheid. Een uitzondering hierop doet zich voor wanneer de Europese Unie reeds regelgevend is opgetreden en een verplichting tot uitsluiting van ondernemingen uit bepaalde derde landen heeft opgelegd.
Regelgevende maatregelen
Zo heeft de EU reeds bindende uitsluitingsmechanismen ingevoerd in specifieke contexten.
Na de inval van Rusland in Oekraïne nam de Europese Raad sancties aan tegen Rusland. Die zijn o.a. verankerd in Verordening (EU) nr. 833/2014, waarvan bepaalde bepalingen rechtstreeks betrekking hebben op overheidsopdrachten en concessies. Artikel 5 duodecies verbiedt met name het gunnen of voortzetten van overheidsopdrachten of concessies met ondernemers die gelieerd zijn aan Rusland.
Daarnaast heeft de Europese Commissie op grond van het International Procurement Instrument (IPI) zeer recent op 30 juni 2025 via Uitvoeringsverordening (EU) 2025/1197 maatregelen opgelegd inzake de aankoop van medische apparatuur van Chinese oorsprong. Het International Procurement Instrument (IPI) is EU-regelgeving uit 2022 die tot doel heeft de toegang van EU-bedrijven tot overheidsaanbestedingen in derde landen te verbeteren door wederkerigheid te eisen. Het IPI kan namelijk handelsbeperkingen opleggen aan landen die EU-bedrijven uitsluiten van hun eigen aanbestedingsmarkten.
Slotbeschouwing
De toegang tot de Europese aanbestedingsmarkt blijft een bijzonder relevant en actueel thema. Het speelveld is voorlopig duidelijk afgebakend door de bestaande rechtspraak, maar met de recente inwerkingtreding van het IPI, waarmee de EU handelsbeperkingen kan opleggen aan landen die Europese ondernemingen uitsluiten, ligt het voor de hand dat bijkomende maatregelen zullen volgen.
Odigo Advocaten volgt deze ontwikkelingen van nabij op en informeert u graag zodra er nieuwe maatregelen of rechtspraak verschijnen.